Mechels (BE)

Mechels (BE) bevat 105 gezegden, 721 woorden en 5 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

105 gezegden

't Een en 't ander't Zen lappen poepe me ne floore
't Is groen hout't Is greun aat
Als het schaap blaat, is het een beet kwijt.As 't schoppeke blèt, verliest het zennen beet.
Amai! Oh jee! Niet te doen!Amai, maone frak!
Belgenlandje't Land van pattèkes en frut
Blijf daar af!Bléft da mé ou tengele af!
Boter bij de vis (betalen bij aankoop)Bouter ba de vis
Daar erger ik mij mateloos aanDavan kraugek tbroebelschaut
Daar komen problemen vanDa koome kwedddele van
Dadelijk heb je het nog aan de stokSebiet nog ne patat up oawe freiter
Dat gaat te ver't Gad ouver z'n haot
Dat hij zorgt voor...Dattem zeurgt veu...
Dat is voor straksDas ve fleus
Dat ken ik nietDa komt ni veu in moane diksjoneir
Dat lijkt er helemaal niet opDa trekt er zoevuil oep gelak mao gat oep de Deigempout
Dat ziet er duur uitDas giene kak presies
Dat zijn je zaken niet!Da gaddau ni aan!
Dat zijn uitvluchtenDa zen truuke van liepe charel
Die heeft nogal een grote mond (letterlijk)Die ei nogalis een schuur
Die kent niks van voetbal't Is ne Racinger
Drie rauwe eierenDrau rau aure
Dronken zijnMê zatte botte loepe
Een bord voor je kopMeugdet ni, legt er auve kop dan ma bau
Een draad door het naaldoog stekenEen neulle vèsseme
Een mooi uitgedoste manNe vakein
Een mooie décolletéNe schoene kommisfeu
Een paard heeft een staartE pjeit ei ne sjeit
Een slag in je gezichtEen mot/toek oep a bakkes
Een stuk in zijn kraag hebbenE stuk in zenne frak emme
Een veeg gevenEen smeir geive
Er voornaam uitzienPresies nen echte
Friemel niet aan die franjes!Stop mé froesjele aan dee frengele!
Ga slapen!Kreupt in auve nest!
Ge kunt de boom in!Terreire Zjeraar!
Heeft het zin?Eiget avans?
Heel stijf wakker wordenKém precies onder den troân gelege
Helemaal niet!Bëlangë nie!
Het doet er niet toeToot er ni too
Het is eenvoudig't Is sumpel
Het regent dat het giet't Reigert dat git
Hij begon te wenen met veel lawaaiA zette zaon sirein oep
Hij heeft een hart van peperkoekA ei en ètteke van pontkoek
Hij heeft een stuk in zijn kraagAjei a stuk in zenne kraag
Hij heeft veel zwarte sneeuw gezienAjei veul zwette snee gezeen
Hij is blutAjei giene freng nie mie
Hij is de dupe, hij heeft het zittenAjei get zitte
Hij is een supporter KV Mechelen't Is ne kakker.
Hij is er van onderEn is schoeppes
Hij is gevallenA is oep zoan pattatte gegoan, a is op zen klos gevalle
Hij is gevallen, daar ligt hijA leiter
Hij is groter dan ikA is grutter as moâ
Hij is verwaandA ei det oeg in zenen bol
Hij staat met zijn mond vol tandenA sta mé zenne mond vol tanne
Hij weet niet van welk hout pijlen makenA wét van gien out paole nemie te make
Hoepel toch op!Jatte en talloere!
Hoofd intrekkenKop in kas
Hou je mond!Efd aven teutter!
Hou je mond!Eft auven bebbel!
Hou nu eens je mond!Evt auve kwebbel na is!
Hou uw mond!Haufda bakkes!
Iemand beetnemenNen oap oup ze gat schildere
Iemand vriendelijk afwijzenEemand ziep an zaonen bôôk straoke
Iets apart, iets wonderlijks doen'k Zal veu ou is e verken oep nen boom jagen
Ik ben het't Zenne kikke
Ik ben het beu'k Zen 't meug
Ik ben het echt beu'k Zen 't beu gelék kau pap
Ik ga slapen'k Geun ondert meiter platligge
Ik hoor je niet!Koerani!
Ik kan niet alles gezien hebben!'k Em gien oege oep me gat zenne!
Ik laat me niet beetnemenMaon tesse zén toe
Ik trek er mijn handen van afIk trek er men anne naf
Ik word er ongemakkelijk van't Wèrkt oep moa sisteim
Ik zie het'k Zeent
In het zand spelenInt jeir speile
In z'n blootje rondlopenIn zaonen bloete loepe
Je maandstonden hebbenAu vodden emme
Je maandstonden hebbenDe Russe zèn in 't land
Je ziet er goed uitGe komt er zoe goe van achter
Kijk niet zo betreuterdTrekt zo gienen toot
lawaai maken - ruzie makenvan uilesen tèppe make
Maak een keuzeOare of joeng
Met buikloop op het toilet zittenDe pot in de mermer zetten
Met iemand zijn voeten spelenMe iemand zen sjokkedaoze speile
Met z'n voeten spelenMe zen sjokkedoâze spelen
Mooi!Sjikke dinges!
Mooie schoenenSchoen schoone
Niets doen' t Plaffon van de groete mèt schildere
Regen met zonneschijnDeuvelkeskèrmis
Ruzie in het huishoudenTis greun aat
Seffens is het ruzieSebiet nog ne patat up oawe freiter
Slag in het aangezichtSafflet oep â bakkes
Te dom om te helpen donderenTe stoem oem 't eulepe dondere
VreemdgaanNeuffest de pot pisse
Wat brabbel je nu weer?Wa zedde nau wee an 't broebele?
Wat moet je hebben?Wamoetemme?
Wie bij de hond slaapt, krijgt z'n vlooien.Wee ba den ont slopt, krecht zen vloeje.
Ze hebben mij beetgenomenZemme ne pater oep moa gat geschilderd
Ze heeft kurenZ'ij loete
Ze heeft mooie benenZ'ij schoen loadinge oender eure poembak
Ze is platzakZ'is rêuzevêus
Zich rijker voordoen dan hij isVerder pisse dan zénne stok lang is
Zie dat je geen verkoudheid oplooptZee da ge gien fleuris oepdoo
Zijn broek is te kortA lupt oep smirrekes
Zijn broek is te kortEr sta water in zoune kelder
Zin of geen zin, het moet gebeurenKak of giene kak, de pot oep

721 woorden

1ien
2twie
3drau
3drou
4veer
5vaof
7zeive
9neige
10teen
11ellef
12twellef
13detteen
14vieteen
15vèfteen
30detteg
40fieteg

A

aanhangwagenremork
aanrijdingkoekembak
aanstekerallumeur, brikè
aap, charlatanméttekoo
aardappelpatat
aardbeijeirbees (mv. jeirbêzen)
aardejeir
aarzelensemmele
academiekakkemie
achterklapgekoenkelfoes
achterwerkschoater, gat, boem
AdegemstraatDeigemstrèt
ademaassem
afdraaienafdrooje
afgevenafleiveren
afklovenaoëfsjaoëë
afrikaantjes (bloem)stinkers
afslaaninslage
aktentas, boekentaskalpei
algauw, binnenkortallegau
algemene chefchef tut
altijdaltout
anjerzjenoffel
antwoordenantwore
appendixappoandissit
armbandbranjelet
arme boerkeuterboor
asbakassenbak, sandrié
aspergeasperre
atheneumden attenei
autootto
autobestuurderchoffeur
azuurblauwappelblautziegreun
azuurblauwbliekblaut appelgreun

B

baardbaad
baaschef tut
bakharingboeksering
bakkebaardenfabrieje, favoritte
balpenstylo, bic
bangerikbroekschaoter, schrikkentist, labbekak
bedkoffer, venger
bedragsoem
beemdbempt, beumd
begijnhofbegaonof
behasutièn, kommisveu, tèttasjeir
bekeuzeldbekuizeld
belegspaajs
belletje trek (kinderspel)belleketrèk
benedenbenéje
berghok, bergingspin
beroepsmillitairboeffer, gamelleboeffer
beschadigdgeabbumeird
beslissendessideire
besmeurd, vuilbekeuzeld
betaaldbeteuld
bevrorenbevrooze
bewegenbougjere
bijbao
bij (insect)béé, peiweps
bijnabekan
bijtenknaove
bijzitaoënhaager (-haagster)
bisschopbuskop
blaadjebleutsje
bladerenblaren
blauw oogblao chik
blindedarmontstekingappendicite
blootvoetsberrevuts
bochtdroo
boekentascalpain, kalpei
boenenboemen
BonheidenBonhaoje
boodschappenkommisses
boodschappentaskabbas
boomboem
bordtaloer
bordentaloere
borst (vrouw)tèt (mv. tètte)
boterhambou
bouwtbauft
brakengeubelle
brakenoovergeive
brakenover zen toeng kakke
brakenspaove
brandweer(lui)poempiers
BredaBreidá
broekzaktès
brouwerbrauver
brouwerijbrauverau
bruidsjurktraukliet
bruin brood met krenten / rozijnengodferdoemmeke
Brusselaarne keekefrètter
buikloop't loepend schoat
buikloop't vleegend schoat
buitenboâte
bumperbaarchok
bumperbarschok
burgemeesterdenbeurreger
buurt, wijkkottei

C

cacaokakajau
caféstamenee
cakewalk (kermisattractie)kakkewalk
centrale verwarmingsjoffaazj
chocoladesjoklat
chocolademelksjokkolatte kaffe
commissariscommeseir
continuieëlëk hondsgezeek
cowboykojboj
criminelecrimeneile

D

dadelijkrézzekes
dadelijksebiet
damespakje (tweeledig)deupjéske
de bocht omgaanafdrooje
de honddenhont
deelpaart
dekenseuzze
denkpauz
denkenpaose
dennenappeltots
deugnietschoover
deurduir
deur-aan-deurverkopertchoektchoek
deurlijstchambrant
dezedeis
diarree hebbenkem de platte
Die kent niks van voetbala is van de Racing
DijleDeel, Doâle
dikwijls, vaakdikkes
doelwachterképer
doetje, softiebauterkoek
dommerikloemperik
donkere herbergkabardoesjke
dooddoed
doordui
doorgaanduigaon
doosjedoezeke
dorstdeust
drankgelegenheidstamenei
driedrau
drieëndrauën
dronkene stuk in au kloete
druktebegankenis
duivelloekendouche
dwaaslorejas
dwaashedenfollèekes
dwarsliggerpètter

E

eenne
een beetjeeen tikkeltje
Een hatelijk gezichtNe smoel oem matrakken oep te rodere
een kaarseen keis
een struiknen oechel
een veldwachterne sjampetter
een vorke verket
eerlijkierlèk
eerlijkeierlèke
eitikkenau
eierdopjeaurepotteke
eierenaure
eigenaaraogenèr
eigenlijkaugelék fautelék
elkaarmekander
emmeriemer
enkel (voet)knoesel
ergensieverans
ervanonder muizenwegsjiezen
etenfrette
evenefkes

F

fantasietjesfanterlokskes
feestfiest
fiere vrouwoevejèrege tik
fiets velô
fietseuts
fietsheuts
fietsvélo
fietsvlo
fietsenvélorijen
fietsstuurgedon
fietswiel zonder spaken (speeltuig) ne riep
fietszadelsel, zoal
filmfillem
flemen, slijmenflieëmen
fluitenflôôte
foefelaarkweddeleir
fopspeentut(ter)
fopspeentutter
foutenfaote
frietfrut
fruitsap, appelsiensapfrôôtsap
frunnikenfruschelen

G

garnalengernoot
gauwe gaa
gebakjepatteike
gedoegemeuzzel, getaffel, gefrutsel
gedurig aanaoënéénhatëtig
geengien
gehaktgekapt
Geitestraathet strukke van de lijn
geldcente
geldbeugelportemenee
gelijkaardignavenant
gelijkspelnen drau
gelijktijdigtegelaok
generatiegeneraasse
geruitkarou
geschiedenishistoure
gevangenisbak
gevondengevonne
gezichtsmikkel, smool, bakkes
giechelengibberen
glijbaanschôôvaf
glijbaansjchoâvàf
goedkoopvan de goeiekoep
gootsteenpoembak
gordijngordaon, drapperie
graaggeire
graaiengrabbelen
grasges
grasperkbloak
gratisverniet, van de verniet
grondlaagfundament
grootgroët
GSMgeejèsemmeke

H

haareure
haar (zij) huir
haarknottots
halenlange
handpol
handen (negatief)fikke
handtaschakos
hardgekookt eiet gekokt au
harkgritsel
hartèt
heeftei
heiligehaolege
hemdem
hespheps
het geldde cente
het Heilig hart't Ouleg èt
het nieuws' t neefs
hoe veroe veir
HofstadeOfstoâje
HollandOlland
HollanderOllander
HollandsOllands
hondkeffer
hondjeknoeselboater
hoofdkop
hoofdtèppe
hoofdkaasgepeste kop
hoogteoechte
hoovaardigoevejeirg
hoovaardige vrouwdie lupt neuffe eur sjchoene
horlogeleuzze
houten vloerplanchei
huisraadpottekarrai
hulpheullep

I

iedereeneederien
iemandeemand
Iemand die veel aandacht vraagtplakker
iemand die veel weentbleitsmoal
Iemand die zich stoerder voelt dan hij isne gespierden toernavis
iemand met een donkere huidskleurtchoektchoek
iets nemen, iets haleniets langen
ijskast, koelkastaoskas
ikikke
ik benik zen
ik dacht'k docht
ik denkk' paus
ik hebk' hem
immersoemes
inhalerenavaleire
intussenswenst

J

jasfrak
jaspalto
jasmijnjuzemeen
jea, oe, ge, gau
jijgau
jongenjoenge
juistzjust
julliegelle, gaule
juwelenbijoes

K

kaarsboejee
kaarskeis
kaartspelenmé de kaate speile
kaaskeis
kaaskop (scheldwoord)keiskop
kabeljauwbauling
kachelstouf
kalenderalmenak
kamerjaspinoir
kanariekanarrevoogel
kanariekorneullevoagel
kapotkappot
kapselkallot
katapultmik
kauwenknauve
kauwgomtuttefrut, langenasem
kauwgomballenbaksjikkelettenbak, sjikkenbak
keelpeppeke, strot
kerelkeirel
kerkgangerpileirenbaoter
kersenboomkezzenboâm
kerstboomkéstboem
kerstmankèstman
kerstmarktkèstmèt
KerstmisKessemisse
kikkerkikveus, veus
kinknep
kin(nebak)tôôt
kinderenkadeeje
kinderstoelkakkendoure
kipkèèke
kippenvelkeekevlies
klagenreklameire
kleiaardepotjeir
kleinklaon
kleine aapmetteko
kleine autosardinnedoes
kleinkindklaokind
kletsen, roddelenlaméren
klimmenklaevëre
klotenkloëte
kluiskloas
knikkermèrrebol (mv. mèrrebolle)
knoeienkoefelen
knorpot, brompotneurk
koelkastouskas
koffiekaffe
koffiedikkaffedrasj
koffiedoorgietkaffebeus
kokenzoaien
kolenhulle
kolenhokkoulekot
kolenhokullekot
kolenleverancierullemarsjant
konijnkornaun
koningkeuning
koortskeuts
kopjezjat
koppig zijnpètten
koproltoâmeljas
korsetkorsee
koteletkortelet
krantgazèt
krassenschaure
krijgenkroage
kromkroem
kruidenkroâje
kruimelenmuzzelen, kreumele
kruiwagenkeurrewaggel
kuchenkoechelen
kuipbasseng
kuitenbrojen

L

ladder in je (nylon)kouslits in a kaus
lamlemme
lampenkapabbajoer
lange krullenkeiskrolle
lastigambetant
leelijkliellèk
lelijkaard, 'lelijke smoel'poembaksmool
lepelleipel
Leuvense vaartde Leuvese vaat
LeuvensesteenwegLuifese Stieweg
leverleiver
liedjelieke
liegenbeuzelen
lieveheersbeestjelivraovebiesje, liveniersbiesje, biesjemeuleke
liezenièkenissen
lijnloân
lijnwaadkastlaovètkas
limonadelumenaat
luchtloecht
luchtpijpkaurepèpeke
lucifersstekskes
luierikloojerik

M

maandmeund
marktmèt
maskermoembakkes
MechelaarMècheleir - Maanenblusser
medelijdenkompasse
meisjemèske, mokke
melodietjeérreke
meppen, vuistslag geventoeken
meteensebiet
miermeurzoaker
mierenmiezaukes
minuutmeneut
modderslauk
moederhuismoederôôs
moeilijkmoejelèk
mooischoen
mooi gekleedsjik geklied
morsensteutte, smosse
motorkapkapoot
muggenzifter, vitterpezewever
muismoâs
muisjejeirdolleke, meuske
Muizen (stad)Moâze
mutspots, titantolleke

N

naaldneulle
naarna
naastnèffest
naastneuffest, neust
nachtemmerpispot
narciszomerzot
navelnagelenboak
NederlanderOllander
nergensnieverans
neusnuis
niemandgiene
niet aan prutsennie aan moessen
nieuwelingvès vlies
nieuws (op televisie)gesprôke dagblad
nieuwsgierigheidkerjuizetaot
nochtanspertang
nodignoedeg

O

omoem
om zeep helpenvermoeëze
omvallenoemvalle
onderhemdjeonderlèfke,marcelleke
onderzoekonderzeuk
ongeduldig, gehaastgepresseerd
onnozelaarkweddeleir, mettekou
onnozelaaronoezel mènekke
onnozeliteiten, domme dingenonnoezeletaote
ontvangstresepse
onwaarschijnlijkonwarschaonlèk
oorveegsaflèt
opoep
op iets hard bijtensjaovë
op tijdin tets
ophoudenoephaove
opklimmenopkleddëreë
opnieuwoepneef, vanneir
opschepper, blufferschepzak
opschepper, druktemakerjammenkloete
origineelorijineil
overgevenspaaven
overjaspardeseu
overjaspardesue
overloopaléé
overloperkazakkendrooier
overschoen (rubber)galoshen

P

paalpileir
paardpjeit
paardekoppjeirekop
paardenbloempisbloem
paardenstaartpjeiresjeit
paasbloemenzomerzotten
pannenkoekkoekembak
pantoffelsloef (mv. sloeffe)
parkeerplaatsparkeirpleuts
parkietpàruch
partij (hoeveelheid) spausse
PasenPosse
peperkoekschoatkoek, pontkoek
perenpijre
pessimistpeiseweiver,pezewever
pestenkreitë
pesterkreitër
pijn doenzier doon
pint bierpinke beer
pissebedvérkesbiest
plagenkoejenieëre
plastiek tafelkleedtwalserei
platte mutstittantol
platzakrêuzeveus
pleistersparradra, plekker
plezierigplesant
plotsinies
politiepolis
politieagentne klabak
politieagentpollis, klabak
politiecelamigou
poortpoât
pootpoet
poppenkastpoeppekas
porseleinpozzelaun
portefeuilleporteful
postzegeltember
potaardepotjeir
potloodkraion
pralineprannil
prentjebeeleke
problemenkwèddele
prullenbegeuze
PuttePút
pyamapizjama

R

raad eensgroâj dis
raadseltjesgréutselkes
rammenas, zwarte radijsrammenèts
rauwrou
regenenreigere
regenjaseimpermeabel
remfrei
richtingdirèkse
rijrou
rijbewijsraubewaus
rijkswachtershanderm
RijmenamRaomenam
rijmpjeremselke
rioleringdonderlèkse goat
rommelbegêuze
rotzooihannekesnest
rugzakkalpein
rusthuisaodpeikesôôs

S

schaarscheir
schaatsenschofferdaone
schadeschôô
schaduwloemmer
schamel kledingstuksjàberreke
scheelkijkersjcheilen otter
schoenschoon (mv. schone)
schommelboesjkammerree, wiskammerree
schoon, mooischoen
schouderschauver
schrift met lijntjescajee me lenkes
schroevendraaiertoernevis
seffenssëbiet
serieus, niet om mee te lachenvan de serjeus
seringenjozzemeene
sigaretséchke
Sint-Katelijne-WaverSint-Kateloone-Waaver
Sint-MaartenSinttemètte
slaapkleedrobe
slaapvocht in ogenprut
slagerbienauver
slapenslape
slechtgezindmoeffen
slenterenstesselen
sloddervos (slordig)labberlot (labberlottig)
slurpensloebere
smakkensmetsë
smerigsjmèrig
smidsesmis
snijbonensleumekes
snoepjebolleke
soldaatpiot
sommigesoemmegste
spadeschup
speelautoziepkist
speelplaatsspeëlpleuts
speeltoldop
spelenravotten
spiegeleipeirdoeg
spieringkrab
spijbelenhoegesjoâleke loepe
spinaziepureespineuzestoemp
spoorwegrut, 'den aozere weg'
springveerressoor
staartsjeit
stationstaasse
steekwagentjeeen duveltje
steenkoolulle
stelenpikke, schoeppe
stempelenoep den dop
steptrottinet
stervenzenne keis laate
stevig drinkenboemelen
stevig knuffelenvernebbelen
stoeien, ravottenfikfakken
stoep, trottoirborduur
stofjaskasjpoesjeir
stommerikstoemerik
stoofvleesstoufkrabbe
stoomstrijkijzerstoemstraokaozer
stopcontactpries
straathondtij
straatvoetbalpottekestamp
strakssebeet
streken verkopenfanterlokke
strekenventjanmenkloete
strijkijzerstraokaozer
struikoechel
struikelenstroempele

T

tafelkleedammelake
taget (bloem) stinker
tantetenke
tas koffiezjat kaffe
teelballenkloëte, bollewinkel
tegen zich aandrukkenteige zen jilèe trèke
tegenwoordigserrewoureg
tegenzetten - klagenroespeteire
teil, tobbebasseng
televisietellevése
tentoonstellingekspozzeese
tikkertje (spelen)loonandand
toespijsbaoval
toilet't euske
toilet't gemak, 't euske, de koer
toverbol (snoep)toeverbol
traag gaan, achterblijvensémmele
treinspoorrèlle
treiteraartraatër
treiterentraetëre
treuzelentaffelen
trut, domme vrouwtrut
tuin, hofof
turkooisappelblauziegreun
turnenjummenas
tweedehandsokkeuzze

U

uiajoân, arjoân
uit het hoofd lerenvan boâte liere
uitlaatpijpchappement
urinoirpisoun
urinoirpissoun
uurwerkleuzze
uw oorajoer

V

vaginamôôs,foef
vaginaploechen ôôt
valsspeleraaszak
veelveul
veiligvaolig
veldwachtersjampetter
vensterbankroachel
vensterluikplêffêteur
ventielsoepap
verbrande steenkoolschrabulle
vergiettemst
verhuisdgeveroâst
verkopenverkoepe
verkopen (goedkoop) verpatse
verkoudheidvalling
verledenverleije
verlegenbeschomt
vermoeidpoempaf
verpleegsterneurs
verschillendetefrente
versierenpaleire
vervelend persoonlorejas
verzorgdgesoigneird
vestfrak
vlinderpeipel
vlinderpepel
vochtvoecht
voetballenshotten
voetbalscheidsrechter (scheldend)voâle zwette
voetpadtrottoir
volle zaalvollembak
voorvui
voorbijgepasseird
voordeurvuiduir
vorkverkët
vrijentettekereus
vrijenvoagelle
vroegvreug
vrouwvrao
vrouwzjenoffel
vuilvoâl
vuilnisbelt't stöt

W

waaromwàveu
waaromwoaroem
waarschuwenverwittege
waarvanvan waa
waarvoorveu wà
wanordelijkobbel en sobbel
warme jaspalto
warmerwèrremer
washandjebeszekke
washandjebeuzeke
wastafelpoembak
waterketelmoer
we hebbenmemme
weegschaalballans
weegschaalbaskul
weekweik
weeralvaneir
weinigwaoneg
wenenbleite
wenensjchrieve
wentelteefjegewonne broet
werkwèrrek
wesppijweps
wespweps
wetgevingjustésse
wijwao
wijwoâle, welle
wijnwoân
wind latenprotten
wintergerstschokloen
wolsajet
wondkorst(je)roof, reefke
wortelen en erwtenweutele en ijte

Z

zaakaffaire
zakkabas
zakdoekzaksendoek
zakdoekzèkkendoek
zat, dronkenzat
zekerzeikerst
zeker nietballangeni
zetelfotteul
zeverenzèbbere
ziekenhuisklinik
zij (enkelvoud) zao
zij (meervoud) ze
zij (meervoud)zoâle, zelle
zijnzaon
zijn haarzaon kallot
zijn haarzen kallot
zodadelijksebeet
zoekzeuk
zomaarzoema
zonetjustekes
zotdou
zwembadbasseng

5 opmerkingen

  1. Als er na het sint maartenlied of andere rondgang vb. Oudjaar of driekoningen niets of niet genoeg gegeven werd, zongen de kinderen:' hoeg haos, lieg haos, er zit n gierige pin in haos.' En dan vlug weglopen!
  2. In het Mechels gebruiken wij ook nog dikwijls de tweeledige negatie cfr. oud-Nederlands. Bijv. Kem gienen deust ni mie - Ik heb geen dorst meer.
  3. Sint-Maartenlied, gezongen door kinderen op 11 november, terwijl ze deur aan deur aanbellen en dan na hun zangprestatie, snoep of geld hopen te krijgen.(cfr. Drie koningen - of Nieuwjaar gaan zingen.)
    Sint-Maarten: Sinte-Mette int schoen Mechels
    Sinte-Mette van de Ruggenuchte,
    Hàà me zaane graazen baad
    Juffrake wilde me kabaske is vulle
    En leut ons ni lang nie mie staan
    Want à-j oest à-j eid 'n valling
    Géft em e pastilleke en ‘t zal overgaan
    Sinte-Mette oep de kruk
    Géft nen appel of e stuk
    Géft 'n peir, of 'n smeir
    Sinte Mette den beideleir
    Ha-j ee zenne mantel deu-gesneeje
    Oem aan den érreme te geive
    à beloufde an z’n vràà dattem koeke bakke zàà
    Ivo, Ivo dattem koeke bakke zàà
    Nederlands
    Sint-Maarten van de Ruggenuchte
    Hij met zijn grijze baard
    Juffrouw wil je mijn zakje eens vullen
    en laat ons niet lang meer staan
    want hij hoest hij heeft een verkoudheid
    geef hem een pilletje en het zal over gaan
    Sint-Maarten op de kruk
    Geef een appel of een stuk
    Geef een peer of een mep
    Sint-Maarten de bedelaar
    Hij heeft zijn mantel doorgesneden
    Om aan de arme te geven
    Hij beloofde aan zijn vrouw
    Dat hij koeken bakken zou
    Ivo, Ivo dat hij koeken bakken zou
  4. Tantafeir zo klonk het toch als ze het uitspraken. Werd gebruikt op twee manieren: Das nogal nen tantafeir = moeial = in de zin van waar bemoeit hij zich eigenlijk mee? Tantafeir wa sedde ant doon wa sukte (wat zoekt ge)? Iemand is in de kast of lade iets aan het zoeken of prutsen waar hij geen zaken heeft of het duurt te lang... Weeral een woord of zinsnede uit het Frans? Tantafeir - temps de faire - of verkeerd Frans temps à faire - veel tijd te verdoen? Hebt ge niets anders te doen dan u te moeien?
  5. Typisch Mechels is het om te zeggen: mé sonder (met zonder) ipv gewoon zonder vbn. een bloes mé sonder maave mouwloze blouse, broet mé sonder zaut zoutloos brood.